Op 21/22 februari 1945 werd Kasteel Bleijenbeek verwoest door bommen van de Engelse RAF. Op het weghalen van bommen en granaten en het stutten van de toren is er na het bombardement op het terrein binnen de slotgracht weinig gebeurd. De ruïne ligt er al ruim 60 jaar verwaarloosd bij.

In december 2009 is de Stichting Kasteelruïne Bleijenbeek opgericht, die voor vijftig jaar het erfpachtsrecht over het terrein verwierf van de eigenaar ASR.

ASR heeft rond 1990 het landgoed van ruim 600 hectare gekocht van een familiestichting, opgericht door de vorige eigenaar, Rudolf Jurgens uit Nijmegen. Deze had het landgoed begin jaren dertig gekocht van zijn vriend Lothar Reichsgraf von und zu Hoensbroeck. Die familie (“Lippe genannt Hoen”) werd rond 1600 eigenaar van kasteel Bleijenbeek na de dood van de beroemdste bewoner van het kasteel, Maarten Schenck van Nijdeggen, ook bekend om zijn burcht bij Lobith op de Rijn, de Schenckenschans. De Van Hoensbrouck’s hebben er gewoond tot 1850. Na 1850 diende het als klooster, eerst van nonnen, daarna van Jezuïeten, verdreven uit Duitsland door Bismarck’s Kulturkampf.

Maarten Schenck was een ‘condottiere’, een legeroverste met eigen cavalerie die tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) streed aan de kant van eenieder die zijn recht op Bleijenbeek erkende. Eerst waren dat de Spanjaarden, daarna de Staten-Generaal. In die tijd was Bleijenbeek (Bliënbeck) het meest noordelijke kasteel in het Overkwartier van Gelre. Het gebied kwam pas na 1815 in Nederlandse handen, en werd toegevoegd aan de provincie Limburg.

Kasteel Bleijenbeek moet ontstaan zijn einde 14e eeuw, toen het kasteel in Afferden, liggend aan de Maas, verwoest werd. Waarschijnlijk mede door het water van de Maas. Die plek heet nog altijd ’s Heerenwaard. Het kasteel werd zo’n twee kilometer verplaatst naar het oosten, aan de weg naar Goch. Daarachter lagen vennen en moerassen, doorsneden door de Gochsedijk waaraan Bleijenbeek ligt. Het kasteel beheerste dus de enige route langs de rechter Maasoever, tussen het kasteel en de Maas.

De vorm van het kasteel, toen het verwoest werd, was grotendeels zoals het rond 1700 was. In 1704 werd de toren gebouwd, in de binnencour. De Jezuïeten bouwden nog een grote kapel aan de westzijde, die weer is afgebroken. In de archieven van Schloss Haag zijn de pachtcontracten van de boerderijen op het landgoed bewaard vanaf ca 1600. Daaruit blijkt dat de bezittingen zich strekten over een groot gebied, van Heijen tot Well. De Maasduinen, waarin het gebied ligt, waren grotendeels heidegrond, pas na 1945 overwegend met bos beplant.